Zinstructuur

Leestekens

Een leesteken wordt gebruikt om de leesbaarheid van een tekst te verbeteren. Soms geeft een leesteken ook aanwijzingen over de betekenis en uitspraak van de zin. Het gebruik van leestekens heet interpunctie.

 

De komma:

  • bij een natuurlijke pauze;
  • tussen de delen van een opsomming;
  • tussen twee werkwoorsvormen die niet bij hetzelfde gezegde horen;
  • voor of na een aangesproken persoon, een tussenwerpsel of een uitroep;
  • na een bijvoeglijke bijzin;
  • voor voegwoorden;
  • na de aanhef van een brief;
  • tussen gelijkwaardige bijvoeglijke naamwoorden.

 

De puntkomma:

  • geeft een grens aan tussen twee hoofzinnen, maar suggereert daarbij meer verband dan een punt zou doen;
  • scheidt de delen van een puntsgewijze opsommingvan elkaar als de delen uit meerdere woorden bestaan of als komma's verwarring geven met ander komma's.

 

De punt:

  • aan het einde van een gewone zin.

 

De dubbele punt:

  • aan het begin van een citaat en een opsomming;
  • voor het aankondigen van een omschrijving, toelichting, verklaring of conclusie.

 

Het aanhalingsteken:

  • aan het begin en het eind van een citaat worden dubbele aanhalingstekens gebruikt;
  • om aan te geven dat men een woord of woordgroep ironisch bedoelt (enkele aanhalingstekens);
  • om aan te geven dat het woord of begrip zélf wordt bedoeld (enkele aanhalingstekens);
  • om aan te geven dat één (of meer) woord(en) een speciale status hebben (enkele aanhalingstekens);
  • om aan te geven dat het om een titel van een publicatie gaat (enkele aanhalingstekens).

 

Het vraagteken:

  • aan het einde van een vraagzin.

 

Het uitroepteken:

  • na een  uitroep;
  • na een woord of zin met een emotionele lading.

 


Zinsdelen

Een zinsdeel is het onderdeel van een zin met een bepaalde grammaticale functie.

 

De eenzinsdeelproef laat zien wat een zinsdeel is. Alles wat maximaal voor de persoonsvorm kan staan, is één zinsdeel.

 

Probeer welke woordcombinaties je voor de persoonsvorm kunt zetten zonder dat de zin ongrammaticaal wordt.

 

Amina vertelde aan haar moeder dat de brug open stond.

Aan haar moeder vertelde Amina at de brug open stond.

Dat de brug open stond vertelde Amina aan haar moeder.

 

Amine | vertelde | aan haar moeder | dat de brug open stond

 

Vervangingsproef

 

Als je een wat langere zin overzichtelijker wilt maken, pas je de vervangingsproef toe. Je vervangt dat een zinsdeel dat bestaat uit bijvoorbeeld vier of meer woorden door één of enkele woorden. De opbouw van de zin blijft hetzlelfde.

 

De leerdoelen die in het stageplan stonden, werden niet nagestreeft.

Ze werden niet nagestreefd.


Onderwerp

 

Het onderwerp van de zin is degene die of datgene wat in de zin iets doet of is. Hoe vind je het onderwerp?

  • wie/wat + persoonsvorm:
    Ze keek naar het nieuws.
    Vraag: wie/wat keek?
    Antwoord = ze

Werkwoordelijk gezegde

 

Het werkwoordelijke gezegde bestaat alleen uit werkwoordsvormen:

  • persoonsvorm: Hij maakte de opgave.
  • persoonsvorm en één of meer andere werkwoordsvormen: Hij zou de opgave gemaakt hebben.

 

Let op:

 

  • Als een werkwoord gesplitst is, horen beide delen bij het gezegde:
    Houd direct op met dat stomme gelach!
  • Bij sommige werkwoorden hoort altijd een wederkerend voornaamwoord.
    Ik vergis me, wij vergissen ons etc. Het voornaamwoord hoort dan bij het gezegde.
  • Als er voor een infinitief (heel werkwoord) ‘te’ of ‘aan het’ staat hoort dat bij het gezegde.
    Op het Cruyff Court is hij aan het spelen.
  • Soms bestaat het werkwoordelijk gezegde uit een werkwoordelijke uitdrukking.
    Hij stelde haar van het nieuws op de hoogte.
    stelde op de hoogte = een werkwoordelijke uitdrukking (= inlichten)

Lijdend voorwerp

 

Je vindt het lijdend voorwerp in een zin door te vragen:

wie/wat + gezegde + onderwerp?

 

Onder de douche zong hij vanochtend Satisfaction.

Wat zong hij vanochtend ondere de douche?

Satisfaction

 

Het lijdend voorwerp bestaat uit:

  • een zelfstandig naamwoord
  • een woordgroep met zelfstandig naamwoord als kern (haar nieuwe kleding)
  • of een persoonlijk voornaamwoord

Maak jouw eigen website met JouwWeb